In het park zit een oude vrouw
Naast haar op de bank ligt een krant
De tranen in haar ogen glinsteren mij toe
In haar hoofd gedachten aan toen
Ze praat in zichzelf
In een taal die ik niet versta
Ik kom uit Polen zegt ze
Als ik er naar vraag
refr.:
Maar Holland is goed
Holland is beter
Holland is goed
Holland is schoon
Holland is vrij
Ze denkt aan het dorp de plaats van haar jeugd
Totdat de oorlog begon
Uit de trein naar het einde kwam niemand terug
Ze nam afscheid van haar familie op het station
Ze werd gered door een wonder
Uit de kampen van de Duitsers
Maar 's nachts in haar dromen
Ziet ze weer die Duivel
Maar daar kan Holland niets aan doen
Holland is beter
Holland is goed
Holland is schoon
Holland is vrij
In het park zit een jongeman
Hij leest de koppen van de krant
Ergens in Breda wacht een oude man
Misschien laten ze hem dit keer gaan
Het verleden neemt geen keer
Er bestaat geen vergiffenis voor
Wat hij heeft gedaan
Als hij 's nachts voor haar bed staat
refr.