Ik zoek me lens

Ik zoek me lens

Vroeger droeg ik een bril
Maar die liet ik altijd overal liggen
Toen, werd de contactlens uitgevonden
Nou, ik sparen. Nou heb ik ze
Dat wil zeggen: als ik ze heb
Want meestal ben ik ze kwijt

refr.:
Ik zoek me lens, ik zoek me lens, ik zoek me lens
Zonder lens zie ik geen bal, geen moer, geen mens
Zonder lens heb 'k geen contact
Zitten m'n ogen in m'n zak
Zonder lens ben ik geeneens een half mens
Ik zoek me lens, lens, lens, lens, lens

's Zondags, met het hele elftal turen in 't gras
Met een schepnet uren dreggen in de Vinkeveense Plas
Samen met de ober, vissen in de kippesoep
Met een stokkie vroeten in een hopie hondepoep
Oh, het is een wanhoop, en dan denk ik vaak: Ik wil
Toch maar weer die grote, ouwerwetse uilebril

refr.

Op een avond naar de dokter, maag moet leeggepompt
't Riool moest ook 'ns open, vraag niet hoe 't komt
'k Vrijde met een vrouwtje en ik voelde 't al vlug
'k Vond 't lensje later in m'n eigen navel t'rug
Oh, het is een wanhoop, en dan denk ik vaak: Ik wil
Toch maar weer die grote, ouwerwetse uilebril

refr.

Op een dag verloor ik beide lensen tegelijk
Nou, dat was de ouverture van een eindeloos gezeik
Jankend van ellende kroop ik tastend op de grond
Daar ik zonder lenzen zelfs m'n uilebril niet vond
En in al m'n wanhoop trapte'k met een rauwe gil
Op m'n beide lenzen en m'n grote uilebril

refr.(2x)